Wat de dood een New Yorkse forensisch onderzoeker leerde over het leven

Wat de dood een New Yorkse forensisch onderzoeker leerde over het leven

Het klinkt als een scene uit een film, maar het is het rauwe verhaal van Barbara Butcher. Door jarenlang de dood te onderzoeken, vond zij onverwacht een nieuwe betekenis aan het leven.

Van dieptepunt naar nieuw begin

Begin jaren ’90 stond Barbara’ s leven volledig op zijn kop: alcoholisme had haar haar carrière gekost én haar achtergelaten in een piepklein appartementje in Greenwich Village. Suïcidale gedachten en uitzichtloosheid waren dagelijkse kost — haar verhaal is allesbehalve uniek in een stad als New York.

Pas dankzij Alcoholics Anonymous vond ze de kracht om haar verslaving te overwinnen. Een tip van iemand bij de AA — volg een beroepsheroriëntatie — leidde haar naar een onverwacht carrière-advies via het New York Employment Program for Recovering Alcoholics: dierenartsassistent óf forensisch onderzoeker.

Barbara koos voor het laatste. In 1992 begon ze aan een carrière van ruim 22 jaar als medisch-wettelijk onderzoeker (MLI) bij het Bureau van de Hoofd Medisch Onderzoeker (OCME) van New York.

Elke straathoek, elk verhaal

Binnen haar werk bezocht Barbara plekken waar veel New Yorkers nooit zullen komen — van krappe, kille kamers in Bowery tot luxe penthouses op Park Avenue. Ze onderzocht de dood van een oudere man die vermoedelijk was overleden aan armoede en honger, in een kamer zo klein dat haar eigen fiets er niet eens zou passen.

Maar rijkdom beschermt ook niet altijd: zo trof ze in een schitterend appartement in SoHo een vrouw aan die letterlijk was verhongerd. “Overleden door ondervoeding, in de rijkste wijk van de duurste stad ter wereld,” schrijft ze.

Barbara was pas de tweede vrouwelijke MLI in New York. Mede door haar nuchtere houding liet ze zich niet afschrikken door gruwelverhalen of de soms bizar macabere situaties die haar collega’ s haar voorschotelden.

Dood als dagelijkse routine — van ramp tot ongeluk

Barbara stond op de plaats van het Carnegie Deli-bloedbad en het beruchte ongeluk met American Airlines vlucht 587 in Queens in 2001, en de fatale crash van de Staten Island Ferry in 2003. Meer dan een jaar werkte ze met de resten van slachtoffers van 9/11 — “zoeken, identificeren, eren,” typeert ze die periode.

Door de jaren heen zag zij letterlijk alle aspecten van de dood voorbijkomen. Stapelgekken kwamen om in hun eigen labyrinten van spullen — het zelfgemaakte beveiligingssysteem van één van hen werd hem fataal toen hij zijn eigen valstrik activeerde.

“Spullen — uiteindelijk maken ze je kapot,” merkt ze droogjes op.

Seks, gevaar en bizarre fatale ongelukjes

Seks speelde vaker dan verwacht een fatale rol. Voor sommigen was nieuw genot de ultieme drijfveer, helaas soms met dodelijke afloop. Zo zag zij mannen die overleden tijdens auto-erotische verstikking, latex-avonturiers die stikten wanneer hun zuurstofvoorziening faalde, en anderen die expres met elektriciteit experimenteerden — met de dood tot gevolg.

Het iconische Marriott Marquis-hotel — met 48 verdiepingen en een atrium zo groot dat je er een drone in kwijt zou kunnen — trok inmiddels hoopvolle springers aan. Eén persoon riep zelfs naar beneden: “Pas op daaronder!”, voor ze sprong.

Moord, respect en zwarte humor

New York kende in 1992 liefst 2397 moorden (vergeleken met 434 in 2022) — voor Barbara een bizarre dagelijkse realiteit. “Twee à drie moorden op een dag, naast de gebruikelijke ongelukken en zelfdodingen.” Zwarte humor hield haar en haar collega’ s op de been: zo kreeg een man die overleed in een bioscoop voor volwassenen de bijnaam ‘kwam en vertrok tegelijkertijd’.

Toen ze ooit in de Bronx lichaamsdelen vond, verspreid over koelboxen, riep ze naar een agent: “Eddie, kun je even een handje helpen? Oh wacht, ik heb er al eentje gevonden.” Flauw? Zeker. Maar het werkte.

Barbara vergat ondanks alles nooit respect te tonen voor de overledenen. Uiteindelijk, zegt ze nu, was haar werk haar redding. “Tussen de doden voelde ik me eindelijk weer levend.”

Verspreid de liefde