Het mysterieuze einde van kapitein Edward John Smith van de Titanic houdt historici al meer dan een eeuw bezig. In zijn recente boek “Titanic Legacy: De Kapitein, de Dochter en de Spion” haalt auteur Dan E. Parkes hard uit naar de hardnekkige theorie dat de kapitein zelfmoord zou hebben gepleegd. Volgens Parkes is dat een ernstige smet op Smiths reputatie, en helemaal niet terecht.
Het boek brengt direct ooggetuigenverslagen van overlevenden van de ramp samen — mensen die daadwerkelijk met de legendarische kapitein spraken of hem in zijn laatste momenten zagen. Voor velen van ons blijft de ramp op 14 en 15 april 1912 — toen het luxe schip na de botsing met de ijsberg zonk en ruim 1500 mensen het leven lieten — één van de meest gedenkwaardige bladzijden in de maritieme geschiedenis.
Een kapitein zonder graf en talloze verhalen
Het lichaam van Smith werd, net als honderden anderen, nooit gevonden. Slechts 337 slachtoffers zijn uiteindelijk geborgen. Dat voedde allerlei speculaties: variërend van een heldhaftige dood als kapitein die met zijn schip ten onder ging — denk aan de iconische rol van acteur Bernard Hill in James Camerons ‘Titanic’ — tot wilde complottheorieën dat Smith een dubbelleven begon in Maryland, VS. Ja, zelfs dat soort verhalen deden de ronde.
Auteur Wyn Craig Wade schreef ooit dat Smith “minstens vijf verschillende doden had, van heroïsch tot vernederend.” Zeker in de eerste dagen na de ramp verschenen in Engelse en Amerikaanse kranten sensatiekoppen dat Smith zichzelf van het leven beroofde. Zo kopte de Los Angeles Express: “Kapitein E.J. Smith schiet zichzelf neer.” Een dag later volgde de Daily Mirror met vergelijkbare beweringen.
De last van valse geruchten en zondebokken
Tijdens de Amerikaanse en Britse onderzoeken na de ramp, kwamen er inderdaad getuigen naar voren die stelden geruchten te hebben gehoord over Smiths vermeende zelfdoding. Destijds werd zelfmoord onder kapiteins gezien als de ultieme lafheid — terwijl traditie dicteerde dat de kapitein met zijn schip onder ging.
De sensatie maakte het extra pijnlijk voor Smiths nabestaanden. Zijn vrouw Eleanor en hun dochter Mel kregen het verwijt dat Smith te veel dronk, snelheid belangrijker vond dan veiligheid en waarschuwingen voor de ijsberg negeerde — een ware publieke heksenjacht in de roddelpers, tot in lokale cafés van Rotterdam aan toe.
Parkes: Waarom het verhaal anders ligt
Parkes noemt deze verhalen “onbewezen karaktermoorden”. Volgens hem overleefde Smith de ramp niet — hij verdronk of stierf aan onderkoeling, net als zoveel andere slachtoffers in het ijskoude water van de Noord-Atlantische Oceaan.
Interessant is: talloze ooggetuigen vonden dat zij een kapitein zagen – maar in alle chaos werd Smith nooit met naam genoemd. Parkes gelooft dat de paardenmiddelen, zoals waarschuwingsschoten op het dek, uiteindelijk tot paniek leidden en sommige opvarenden verkeerd interpreteerden wat ze zagen en hoorden.
Veel overlevenden die dachten dat Smith zichzelf neerschoot, zaten al in reddingsboten — ver bij de feitelijke zinkende Titanic vandaan. Die verwarring is niet uniek. In de stress van het moment, wanneer adrenaline en kou het overnemen, ontstaan snel hardnekkige mythen.
Ooggetuigen van heldhaftigheid
Een van de frappantste getuigenissen komt van bankier Robert Williams Daniel, die als 27-jarige aan de pers verklaarde dat hij Smith op de brug zag staan tot het schip verdween — “hij stierf als een held.”
Even bijzonder: kok Isaac Maynard verklaarde in New York dat hij Smith in volle ornaat, mét kapiteinspet, zag zwemmen. “Hij weigerde zich te laten redden. ‘Zorg voor jezelf, jongen!’, heeft hij nog geroepen.” Wat er daarna met Smith gebeurde, weet niemand — al gingen er verhalen dat hij nog een baby redde en aan een reddingsboot overhandigde, zonder zelf te willen instappen.
De soms wat dubieuze gokker George Brereton beweerde zelfs: “De kapitein pakte een kind en bracht het naar een sloep. Vervolgens keerde hij terug naar het schip om te blijven strijden.” Opmerkelijk in het licht van Smiths bijnaam “de Miljonairskapitein” — zo genoemd vanwege zijn populariteit bij de rijke elite aan boord, zoals hier bij ons gesproken wordt over de KLM-captain die “altijd iedereen kende”.
De menselijke kant van tragedie
Er bestaan tal van getuigenissen die Smith beschrijven als een evenwichtige leider, zelfs op het scherpst van de snede. Stewardess May Sloan schreef vlak na de ramp: “Ik zag kapitein Smith nerveus worden. Passagiers merkten het niet, maar ik wist: het einde nadert.”
Het verhaal van Edward John Smith blijft een les over roem, schuld en het verlangen naar verklaringen. Misschien zocht men een zondebok, iemand om de ramp te laten dragen — precies zoals Parkes opmerkt in zijn boek.
Bij het inschenken van je zaterdagse koffie — of je nu in Amsterdam-Noord of Den Haag zit — vergeet niet dat achter iedere mythe een mens schuilgaat. En misschien, met de kennis van nu, verdient kapitein Smith vooral respect voor zijn moed, in plaats van de twijfels die zo lang bleven hangen.