WELLINGTON, Nieuw-Zeeland — Vijf jaar lang stond hij er: een reusachtige handstatue, balancerend op twee vingers bovenop het dak van de City Gallery in hartje Wellington. Voor velen was het simpelweg ‘die vreemde hand’, voor anderen een lokale mascotte. Maar hoe je het ook wendt of keert — Quasi liet niemand onverschillig.
Quasi, bijna vijf meter hoog, is een creatie van de in Australië gevestigde kunstenaar Ronnie van Hout. Die hand? Die heeft een ondoorgrondelijk mensenhoofd dat je strak aankijkt. Ergens tussen ongemakkelijk en fascinerend — en laten we eerlijk zijn, typisch Wellington, die eigenzinnige twist.
Van schrikbeeld tot stadsicoon
Toen Quasi in 2019 zijn opwachting maakte op het dak van de City Gallery, was het eerste gevoel bij de meeste Wellingtonianen toch vooral: “Huh?!” Niet zelden hoorde je op de Manners Street of Cuba Street even een verhitte discussie ontsteken: “Is dit kunst of gewoon een grap?”
Het beeld kent zijn oorsprong echter in Christchurch, waar Quasi in 2016 al flink wat tongen losmaakte. In de lokale krant verschenen lijsten met redenen waarom hij ‘moest verdwijnen’ — van ‘onbeleefd wijzen naar kantoormensen’ tot simpelweg ‘te griezelig voor kinderen’.
Waarom juist deze hand & gezicht?
Van Hout baseerde het beeld op scans van zijn eigen hand én gezicht. Het kreeg de naam Quasi, deels een verwijzing naar Quasimodo uit Victor Hugo’s ‘De Klokkenluider van de Notre-Dame’, vandaar dat sommigen hem mannelijk noemen. Gemaakt van staal, polystyreen en hars — duurzaam én weerbestendig, want eerlijk, Wellingtonse wind is niet mild.
Sommige kenners zeggen dat Quasi de scheidslijn tussen aantrekkingskracht en ongemak goed opzoekt. van Hout zelf zei ooit: “Misschien wil het monster vooral omarmd worden?” Geef hem eens ongelijk.
Twijfel, trots — en een vleugje Haagse humor
Nu is het tijd om afscheid te nemen. De City Gallery bevestigde deze week dat Quasi van het dak verdwijnt en verhuist, hoogstwaarschijnlijk naar een geheime locatie in Australië. Tot zaterdag zweeft hij nog als vreemde wachter boven Civic Square, daarna komt een kraan of misschien wel een helikopter hem ophalen. En zoals het gerucht inmiddels gaat: misschien vliegt hij wel naar Den Haag — de humor is van beide kanten van de wereld niet weg te denken.
- “Het is écht een bizar fenomeen, maar inmiddels hoort het gewoon bij de skyline van Wellington,” deelt Anja Porthouse, moeder uit Aro Valley, haar gevoel. “We zijn een beetje van ‘ie bah naar ‘ik ga hem toch missen’ gegaan.”
- “De stad heeft moeilijke jaren gehad — aardbevingen, enorme rioleringsproblemen, politiek drama. Quasi hing er altijd boven. Dat geeft toch verbondenheid, hoe vreemd ook,” vult gemeenteraadslid Ben McNulty aan.
- Op sociale media wisselen verdriet en opluchting elkaar af. “De vloek van Quasi wordt eindelijk opgeheven!” grapte een local op X.
Het einde van een tijdperk – of een nieuw begin?
Jane Black, voorzitter van de Wellington Sculpture Trust, zei het mooi: “Ergens is het jammer — zo’n werk zet je stad op de kaart.” Burgemeester Tory Whanau kan zich daar niet helemaal in vinden: “Ik vind het wel prettig dat we eens iets anders kunnen zien als we omhoogkijken.”
Misschien is dat waar kunst in het stadsbeeld uiteindelijk om draait — een beetje opschudding, wat gesprekken en vooral: samen herinneringen maken die je niet snel vergeet.
Dus, als je toevallig aankomende zaterdag op Civic Square bent — kijk nog één keer omhoog. Quasi zwaait, en op zijn manier zegt hij: “Tot ziens, Wellington.” Wie weet waar we hem de volgende keer zien opduiken. Ach, zo werkt het in 2025 — niets blijft lang op dezelfde plek.