De zaak in Aachen
In de Duitse stad Aachen is een man op vrijdag tot acht en een half jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege het herhaaldelijk bewusteloos maken van zijn vrouw, haar seksueel misbruiken en het online plaatsen van video’s van deze aanvallen. De rechtszaak heeft vergelijkingen opgeroepen met een rechtszaak in Frankrijk uit 2024, waarbij een man werd veroordeeld voor soortgelijke handelingen.
De verdachte en zijn veroordeling
De 61-jarige verdachte, die volgens Duitse privacywetgeving alleen als Fernando P. wordt geïdentificeerd, werd door een regionale rechtbank in Aachen schuldig bevonden aan zwaar strafbare verkrachting en lichamelijk letsel. Daarnaast werd hij schuldig bevonden aan het schenden van de intieme privacy van zijn vrouw door het maken en verspreiden van opnames online, aldus de rechtbank.
Vergelijkingen met andere rechtszaken
De zaak in Aachen heeft in de Duitse media vergelijkingen opgeroepen met het proces van Dominique Pelicot in Avignon, Frankrijk, dat plaatsvond in 2024. Pelicot werd veroordeeld tot 20 jaar celstraf voor het druggen en herhaaldelijk verkrachten van zijn vrouw, evenals het uitnodigen van tientallen onbekenden om haar bewusteloze lichaam te mishandigen.
Details van de zaak in Aachen
Een woordvoerder van de rechtbank in Aachen verklaarde: “Tussen 2018 en 2024 heeft de verdachte herhaaldelijk zijn vrouw in hun voormalige huis verdoofd en seksueel misbruikt. Hij wordt er ook van verdacht video’s van deze handelingen te hebben geüpload naar chatgroepen en internetplatformen, waardoor anderen ze konden bekijken.”
De advocaat die door de rechtbank voor de verdachte was aangewezen, weigerde commentaar te geven.
Impact en rechtsproces
De rechtszaak in Aachen werd openlijk gevoerd, hoewel het grootste deel achter gesloten deuren plaatsvond om de privacy van het slachtoffer te beschermen, zo werd eerder gemeld. Een vertegenwoordiger van het slachtoffer zei dat de rechtbank de zaak zeer gevoelig had behandeld en dat haar cliënt “ echt gehoord is in deze rechtszaak”.
De advocaat weigerde echter op dit moment commentaar te geven op de uitspraak, die ze nog moet bespreken met haar cliënt.
